Ik ben Lotte, een jonge vrouw van 19 jaar en ben geboren in een klein plaatsje in de Achterhoek.

Mijn jeugd ging niet bepaald vlekkeloos; het begon al toen ik ongeveer 1 jaar oud was. Mijn ouders gingen scheiden en niet veel later werd mijn broer uit huis geplaatst. In een tijdbestek van 5 jaar werd er ook nog eens ontdekt dat ik volledig doof was aan mijn rechter oor en aan mijn linker oor ongeveer 3 decibel kon horen. Een heftige operatie volgde. Na deze operatie kon ik aan 1 kant horen. Vanaf dat punt is mijn leven niet meer echt in rustig vaarwater gekomen en een aantal traumatische gebeurtenissen volgde. Waar ik voor in therapie ging. Vanaf dit moment was ik meer aan het overleven dan aan het leven.

Rond mijn tiende levensjaar overleed mijn opa en in minder dan een paar weken na zijn begrafenis, werd er besloten dat mijn ouders weer bij elkaar gingen wonen. Daar had ik ontzettend veel moeite mee. Vanaf toen ging het snel slechter met mij. Het feit dat ik vanwege mijn doofheid op mijn twaalfde naar de dove school in Groningen ging en daar ook in het internaat ging wonen, werkte niet bepaald mee aan mijn gemoedstoestand.  Vlak na dit alles kreeg ik mijn eerste officiële diagnose: PTSS en een depressie. Verder kreeg ik er geen uitleg bij. Ik gleed ondertussen steeds meer weg in die depressie. Zelfmoordpogingen en ziekenhuisopnames volgde. Gelukkig kwam op mijn 14e hondje Brutus in mijn leven. Wij zijn vanaf dat punt onafscheidelijk geweest elke keer als ik er weer doorheen zat dan was hij er om mij te troosten en soms uit mijn wanen te krijgen.

Op mijn 15e werd besloten dat het beter voor mij was om naar de Kind- en Jeugdpsychiatrie te gaan, een ontzettend zwaar traject volgde. Nadat ik EMDR had gevolgd, mocht ik na een jaar weer terug naar Groningen.

Toen ik eenmaal terug was in Groningen werd mij medegedeeld dat ik daar niet langer naar school kon. Ik ging daarom uit nood naar een horende school.  Omdat ik ook van het internaat weg moest, ging ik daardoor ook naar een andere woonplek, speciaal voor doven.  Daar ging het totaal mis; ik kreeg een enorme terugval in een depressie. Daarom was het voor mij beter om maar weer terug naar huis te gaan, een plek waar ik me ook niet echt thuis voelde. Gelukkig was Brutus er voor mij.  Ik durfde toen niet echt de straat op, maar samen met Brutus had ik vaak genoeg zelfvertrouwen dat ik het wel kon.

Door al de vele veranderingen in een tijdbestek van 2 jaar, was ik heel erg opzoek naar een plek waar ik me thuis kon voelen. Na 1,5 jaar van thuis wonen en behandelingen, kwam mijn behandelaar met de Hadassa hoeve. Ik besloot er een kijkje te nemen en te praten over wat ze mij konden bieden. Ik kwam er achter dat ik “beter” kon worden, mijn diagnoses kon laten vallen en eindelijk kon gaan ontdekken wie ik nou werkelijk ben. Met dat idee in mijn achterhoofd zei ik volmondig ja. Nu woon ik hier zo’n 5 weken. Het was fijn en raar tegelijk om te ontdekken dat ik hier volledig mezelf mocht zijn en dat niemand mij daarop afwees.  Nu is het vooral ook een plek geworden waar ik me echt thuis voel. Het gaat ook steeds beter met me.
Ik vind het nog steeds moeilijk om naar de toekomst te kijken. Ik leef liever van week tot week, maar het lukt me wel steeds beter om na te denken over wat ik nou echt wil later. Ik hoop hier te leren echt weer te leven in plaats van overleven. Ik kwam erachter dat ik behoorlijk ambitieus ben. Ik zou later dol graag een eigen bedrijf hebben en emigreren naar Oostenrijk, natuurlijk gaat Brutus dan mee. Veder laat ik het nog helemaal open.